Omdat het toestel tussen 1926 en 1928
werd gemaakt, maakte het een duidelijke ontwikkeling
door. Het eerste model had lampen aan de bovenzijde en spoelen aan de voorzijde,
in een later model (foto 1) zijn de buizen inwendig
aangebracht en zitten de spoelen nog aan de voorzijde.
Foto 2 toont een iets groter model uit 1927, met inwendige
buizen en inwendige terugkoppeling. Het derde toestel
heeft een klep aan de voor- en bovenzijde. De
sterkteregeling is wat vereenvoudigd, de knoppen zijn
symetrisch over het front verdeeld en de
tuimelschakelaar is bij dit model uitgevoerd als
duw/trek schakelaar. Alle toestellen werken met
weerstandsversterking. De buizenbezetting is onbekend maar
zal er waarschijnlijk als volgt uitgezien hebben: HF:
A409, detector: A409/A415, LF1: A425, LF2: B406.
De toestellen uit 1927 en 1928 heben een extra antennebus en
het toestel uit 1927 heeft een
aansluiting voor een koptelefoon. De lange golf is bij
deze radio's verdeeld over 2 gebieden: 800-2300 en
2300-3200 meter. Het middengolfbereik is 200-800 meter.
De fraaie vormgeving beperkt
zich niet alleen tot de buitenzijde van de toestellen,
ook de chassis zijn onberispelijk afgewerkt.
Het toestel werd in folders en
afvertenties aangeprezen als: "in
Nederland gebouwd door Delftsche ingenieurs". Zeer
waarschijnlijk is het toestel gemaakt door
Radio-Technisch Bureau "Broadcast", Sonoystraat 75 in
Den Haag. De eigenaar van dit bedrijf was H.G.A. Rundervoort.
In ieder geval heeft de Delftse ir L.H.M. Huydts
(ook werkzaam bij Waldorp) een
bijdrage geleverd aan het toestel: de sterkteregeling.
De antennespoel in het
Koomansschema is afgetakt in 8 aftakkingen voor het
grof afstemmen op de golflengte. Parallel op deze spoel is
een variabele condensator geschakeld, die van dezelfde
aftakkingen gebruik maakt. Van deze aftakkingen wordt
ook gebruik gemaakt om het rooster van de detector voor
een kleiner of groter deel met de spoel te koppelen. Het
voordeel van deze schakeling is dat men met deze
speciale roosteraansluiting de hf-genereerneigingen kan
onderdrukken, de selectiviteit kan regelen en de
schakeling dienst kan doen als sterkteregeling. De schakeling
(zie hiernaast) werd eerder in iets gewijzigde vorm besproken
in het tijdschrift Radio-Nieuws.
De spoelen I en II hoeven niet inductief
met elkaar gekoppeld te zijn. Spoelen I en II, samen in
serie, vormen met de parallelcondensator de antennekring.
Door spoel II kleiner te maken, wordt de versterking
verminderd.
Ook de in het toestel toegepaste
weerstandsversterking werd in advertenties aan ir
Huydts toegeschreven, maar dat principe was al veel
langer bekend. Ir Huydts hield regelmatig lezingen in
het land, waarbij hij Crystalphone radio's
demonstreerde. Hij probeerde daarbij aan te tonen dat
weerstandskoppeling beter klonk dan
transformatorkoppeling, door twee toestellen vanachter
een gordijn te laten spelen en het publiek te laten
beslissen. De bezoekers kozen echter niet in alle
gevallen voor het toestel met weerstandskoppeling.
Als aanbevolen
luidspreker worden de Farrand Senior en Junior
genoemd, alsmede de Sandar dubbelconus luidspreker.
Behalve in de
Kunstzaal Edison aan de Lange Poten 15 (later Plaats
24) in Den Haag, kon het apparaat ook gekocht
worden in andere steden, o.a. in Amsterdam,
Rotterdam en Utrecht.
De oorspronkelijke prijs was f 265,-.
Een Farrand Senior luidspreker kostte f 55,-. Het toestel wordt nog tot in 1928
verkocht; eind 1928 komt De Brey met het Crystalphone 3W
wisselstroomtoestel.
Luister naar "Why Don't You Say So" door het orkest van Jack Hylton, opgenomen op 15 januari 1926
Achterzijde van het toestel uit 1926
Achterzijde van het toestel uit 1927
Achterzijde van het toestel uit 1928
In de ruimte onder het
chassis is plaats voor een spoelenset en een
batterij voor de negatieve roosterspanning (4,5V
met een aftakking voor 1,5V). Aansluitpunten
voor de overige spanningen, de luidspreker,
aarde en antenne en twee reostaten bevinden zich
bij dit model
aan de achterzijde van het chassis.
Aansluitpunten
voor de verschillende spanningen, de luidspreker,
aarde en antenne en twee reostaten bevinden zich
bij dit model op de bodemplaat van het chassis. Ze zijn
bereikbaar via het bovendeksel. De negatieve
roosterspanning gemaakt door een weerstand in
combinatie met een condensator.
De indeling is gelijk aan die van het
toestel uit 1927.
Binnenzijde van het toestel uit 1926
Binnenzijde van het toestel uit 1927.
Binnenzijde van het toestel uit 1928
Reostaten en aansluitingen voor de
verschillende stroombronnen, luidspreker, antenne en
aarde zitten hier op de bodemplaat. Over de buizen
is nog een zwartgeverfde messing kap
aangebracht. (Hier weggenomen).
De onderzijde van het chassis (1926)
De onderzijde van het chassis (1927)
De onderzijde van het chassis
(1928)
Type 4A met buizen en reostaten op de
bovenzijde. Een vroege versie uit 1926. Hier zit de
golflengteschakelaar tussen de beide
afstemknoppen.
Advertentie in NRC, 1 november 1926;
een vroege versie. De golflengteschakelaar is verplaatst
naar de zijkant van het front.
Een later type 4A met inwendige
buizen en interne terugkoppeling uit 1927.
Op de achtergrond een Farrand luidspreker.
De
Farrand luidspreker die werd aanbevolen bij het toestel
Advertentie voor de versie uit 1927 in
Radio Wereld van 10 november 1927
Advertentie in NRC, 27 oktober 1927
Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op
zaterdag 15 mei 2021