|
|
Hubert Leslie McMichael werd geboren in 1884 en kreeg
zijn opleiding aan het
Birmingham Technical College. Hij werkte tijdens
de Eerste Wereldoorlog bij de Wireless
Instructional Section van het Royal Flying
Corps. |
|
In 1913
richtte
hij met een groep vrienden de London Wireless
Club op, die uiteindelijk uitgroeide tot de Radio
Society of Great Britain in 1922. |
In het midden van 1920 begonnen zowel McMichael
als Benjamin Hesketh een bedrijf. McMichael
verkocht in die tijd radiomateriaal dat was
overgebleven uit de Eerste Wereldoorlog, boeken
en tijdschriften. Hesketh maakte vooral
onderdelen, zoals weerstanden, condensatoren en
spoelen. |
|
In 1922 werden beide bedrijven
samengevoegd tot MH, McMichael Hesketh. In datzelfde
jaar vond ook de eerste grote radiotentoonstelling
plaats, de All-British Wireless Exhibition. De inzending
van McMichael was bijzonder groot en trok sterk de
aandacht. Het tijdschrift Wireless World wijdde twee
volle pagina's aan het aanbod, dat werd
omschreven als "zeer fraai afgewerkt en van
compact ontwerp". |
In 1923 kwam McMichael met de
MHBR (McMichael Hesketh Broadcast Receiver),
speciaal gemaakt voor de consumentenmarkt, aan
het begin van de eerste uitzendingen van de BBC. |
In 1926 begon McMichael ook
met de productie van zend- en ontvangapparatuur
voor de marine. |
McMichael advertentie uit
1933 |
|
De eerste draagbare radio's,
o.a. de Portable Five met 5 triodes, verschenen
in 1927. |
Onder de naam Dimic bracht
McMichael vanaf 1928 een complete serie
insteekspoelen van hoge kwaliteit uit, waarmee
ontvangst vanaf 15 meter mogelijk was. Deze
spoelen werden o.a. toegepast in de Screened
Dimic Three, een "all wave" ontvanger, die ook
in de
koloniën erg populair was.
In dat jaar verscheen ook de eerste
wisselstroom-ontvanger. |
Eind 1930 kwam McMichael met de
eerste radiogrammofoon. |
Hoewel McMichael al vanaf het
midden van de jaren '20 experimentele
superheterodynes maakte, duurde het nog tot 1933
voordat men begon met het maken van dit type
ontvangers voor de consumentenmarkt. |
Kwaliteit was een voorname
drijfveer. McMichael maakte alle onderdelen
zelf, met uitzondering van lampen en
koptelefoons. |
Vanaf 1936 begon het bedrijf met
het ontwikkelen van televisie, een activiteit
waaraan een abrubt einde kwam na het uitbreken
van de Tweede Wereldoorlog. Tijdens WOII was het
bedrijf actief als fabrikant van bommenrekken
voor vliegtuigen en zend-en
ontvangstinstallaties van het type WTII voor
tanks en andere militaire voertuigen. |
Na de oorlog richtte McMichael
zich al snel weer op de consumentenmarkt en kwam
in 1947, op de eerste Radiolympia Radio Show met
een complete serie radio's, radiogrammofoons en
televisies. |
McMichael bleef ook actief op de
professionele markt. Voor de marine en de
landmacht maakte het bedrijf sonarapparatuur. |
In 1951 overleed Leslie
McMichael, 67 jaar oud. |
De laatste radio's en televisies
onder de naam McMichael werden gemaakt in 1955. In 1956 ging het bedrijf samen
met de Sobell Group verder onder de naam Radio
and Allied Industries Limited. Radio's en
televisies werden vanaf dat moment uitgebracht
onder de merknaam Sobell, terwijl McMichael zich
richtte op werk voor het leger en apparatuur
voor universiteiten. |
De eeste Engelse sateliet UK1,
die in 1960 werd gelanceerd, had apparatuur van
het bedrijf aan boord. |
Radio and Allied Industries
Limited werd in 1961 overgenomen door General
Electric Company. |
De naam McMichael Radio Ltd, werd
in 1963 gewijzigd in McMichael Ltd., omdat het
bedrijf zich al jaren niet meer met het maken
van radio's had bezig gehouden. |
|
|
Vrachtwagen van de bezorgdienst van McMichael's
Wireless Service, 1923 |
|
|