|
|
|
|
Beschrijving van het apparaat |
Deze tester is geschikt voor het meten van emissie van
elektronenbuizen en het doormeten van weerstanden en
condensatoren. Verder kunnen spanningen en stromen gemeten
worden. De tester is ingebouwd in een houten koffer met lederen handvat, bekleed met
bruin papier met leerprint.
Zwarte aluminium frontplaat met witte opdruk. Gemaakt door E.N.B.
(E.N.
Batlouni) Laboratoire Industriel
Radioélectrique, 25, rue Louis-Le-Grand, Paris
2e. |
Links naast de meter met de aanduidingen
"resistances" (schaal 0-10000 ~ Ω) en "capacités" (schaal 0-10
~ μF)
en de blauwe, witte en rode vakjes met de teksten "mauvaise" (slecht),
"douteuse" (twijfelachtig) en "bonne" (goed), bevindt zich de
schakelaar voor het instellen van de gloeistroom met de standen: 1,5
∙ 2 ∙
2,5 ∙ 4 ∙
5 ∙ 6,3
∙ 7,5 ∙ 12 ∙ 20
∙ 24 ∙ 30 en 40 volt.
Voor buizen met een hogere gloeistroom werd een adapter
geleverd, de A4. Boven de ingang
van het netsnoer zit een geleiderbrug voor het instellen van de netspanning. Rechtsonder zit de
aan/uit schakelaar. |
De tester telt 25 buisvoeten
met een aantal verschillende uitvoeringen van één
buistype, zoals de octalvoet, de UX7-voet en de P-voet. De buisvoeten
H en Z waren gereserveerd voor "toekomstige" buizen. In deze
tester zitten op die plaatsen de G8A/Y8A voet en een extra octal
voet. Onder de buisvoeten zitten
9
stekkerbussen voor het handmatig aansluiten van buizen
via meetsnoertjes. Aansluiting 1 is voor het verbinden
van de topaansluiting; aansluiting 0 is voor de kathode
en aansluiting 6 voor een eventuele 2e kathode. |
De transformator van de tester heeft netscheiding,
zodat de metalen onderdelen of de metaalverf van een
buis veilig kunnen worden aangeraakt. |
De oorspronkelijke prijs
van het toestel was Ffr 1475,-. |
Gloeidraad-, kortsluitings- en emissietest |
Rechts van de meter zit een 9-deks draaischakelaar
"Essais" voor het
doen van verschillende metingen. De aanwezigheid van een gloeidraad kan
worden getest in de stand F; de verschillende elektrodes kunnen op kortsluiting
worden gecontroleerd in de standen 1 t/m 6. Bij het meten van
kortsluitingen staat de meter standaard op "bonne", zelfs zonder
dat er een buis in het toestel zit. Pas bij een kortsluiting
slaat de meter naar links op "mauvaise". De emissie kan
worden bepaald in de standen 7 t/m 9 en de kathode kan worden geisoleerd
met de schakelaar in de stand 0. |
Metingen van de waardes van weerstanden en
condensatoren |
Met de "Essais" "schakelaar in de stand M kan de
waarde van een condensator (in de range 0,1-10μF en 0,01-1μF) of
een weerstand (in de range tot 10.000Ω en tot 100.000Ω) worden
bepaald. Bij beide metingen kan de meter vooraf op 0 worden
gezet door de schakelaar van de gloeistroom "Chauffage filament"
bij de meting van de eerste range op een stand tussen de 1,5 en
de 6,3 volt te zetten tot de waarde 0 is. Voor de
andere range moet hetzelfde gedaan worden maar dan met een stand
tussen de 7,5 en de 40 volt. Bij het testen van weerstanden
boven de 10.000Ω moet de afgelezen waarde worden vermenigvuldigd
met 10; bij condensatoren in de range 0,01-1μF moet de waarde
worden gedeeld door 10. De aansluitingen voor deze
metingen bevinden zich rechts boven de draaischakelaar. |
Na de kortsluitplug "Cond. Électr."
te hebben verwijderd kan op die plaats een electrolytische condensator worden
aangesloten tussen de aansluitingen – en +. Er moet dan tevens
een werkende buis in het toestel zitten, zodat er een
gelijkspanning aanwezig is. Op die manier kan de lek van een condensator worden bepaald. Aan
het dynamische gedrag van de meter is te zien of het gaat om een
condensator met een grote capaciteit of met een kleinere
capaciteit. |
|
Meting van spanningen en stromen |
Bij het meten van spanningen
en stromen moet de netstekker worden kortgesloten. De
gloeistroomschakelaar moet op 1,5 V worden gezet en de meetschakelaar
op M. Spanningen tot 20 V kunnen nu worden gemeten door die te
zetten op de beide bussen met het opschrift "10.000Ω-10uF”, spanningen tot 60
volt tussen de middelste bus en de onderste bus en spanningen
tot 200 volt op de bussen voor 100.000Ω-1uF. Bij het
aflezen moet gebruik worden gemaakt van het IRV lijstje in het deksel.
Er is geen
vermenigvuldigingsfactor voor 20 V, de waarde moet met 3 worden
vermenigvuldigd voor 60 V en met 10 voor
200 V. |
Het meten van stromen gaat
het ongeveer op dezelfde wijze. De stroom wordt aangelegd op de bussen
voor 10.000Ω-10uF, alleen wordt gebruik gemaakt van de meetstand
0 voor het meten van stromen groter dan 12,5 mA. Stromen tot 12,5 mA kunnen
direct worden afgelezen; in de hoogste stand moet de
afleeswaarde worden vermenigvuldigd met 4. |
De tester werd in 2021 verkocht. |
Metertje, waarop niet
alleen de emissie maar ook de weerstand en
de capaciteit kan worden afgelezen bij het
doormeten van weerstanden en condensatoren. |
|
Overzicht van de buisvoeten1 |
A |
B3/B4/B5 |
J |
UY5 |
S |
K8A, IO (International Octal) |
B |
B3/B4/B5 |
K |
UY5 |
T |
K8A, IO
(International Octal) |
C |
B5G, E34, O2 |
L |
UX4 |
U |
K8A, IO (International Octal) |
D |
B/C |
M |
UX6 |
V |
K8A, IO (International Octal) |
E |
P5, Ct5 |
N |
UX6 |
X |
K8A, IO
(International Octal) |
F |
P8A, Ct8 |
O |
UX7 |
Y |
B8G (Loctal) |
G |
P8A, Ct8 |
P |
UX7 |
Z3 |
K8A, IO
(International Octal) |
H3 |
Y8A, G8A |
Q |
UX7 |
|
|
I |
B7 |
R |
UX7 |
|
|
1) zie de gebruiksaanwijzing, waarin een
buizenlijst is opgenomen |
2) bijvoorbeeld voor een DW1B of een TM4Q |
3) De buisvoeten H en Z waren
gereserveerd voor "toekomstige" buizen |
|
|
|
De onderzijde van het chassis |
De verschillende koolweerstanden die
voor de metingen worden gebruikt
werden zorgvuldig op waarde gemaakt door er stukken uit
te vijlen. |
|
|
Advertentie in "Le
Haut-Parleur", 1941 |
|
|